1. Heffingsvrij vermogen verlagen in Box 3
Het kabinet stelt voor om per 1 januari 2026 het heffingsvrije vermogen (belastingvrij vermogen) te verlagen van € 57.684 naar € 51.396.
Over het inkomen uit uw vermogen betaalt u belasting in box 3 (sparen en beleggen). Het heffingsvrije vermogen is het deel van uw vermogen waarover u geen belasting hoeft te betalen. Uw vermogen is de waarde van al uw bezittingen na aftrek van uw schulden. Onder vermogen vallen bijvoorbeeld bezittingen zoals spaargeld, obligaties, aandelen en een 2e woning.
Op dit moment betaalt u belasting in box 3 als uw vermogen hoger is dan € 57.684. Het kabinet stelt voor om dat bedrag per 1 januari 2026 te verlagen. U betaalt belasting in box 3 als uw vermogen hoger is dan € 51.396. Heeft u in 2026 een fiscaal partner? Dan verdubbelt het heffingsvrije vermogen. U betaalt in 2026 belasting in box 3 als uw vermogen hoger is dan € 102.792. Dat betekent dat u eerder belasting gaat betalen over het inkomen uit uw vermogen.
Nieuwe box 3-stelsel
De bedoeling is dat het nieuwe box 3-stelsel in 2028 ingaat. Dat is een jaar later dan gepland. Dit leidt tot een begrotingstekort van € 2,55 miljard in 2027. Om dit de komende 2 jaar te compenseren wordt onder meer voorgesteld het heffingsvrije vermogen te verlagen.
2. Wettelijk vastgesteld (forfaitair) rendement overige bezittingen verhogen
Het kabinet wil het forfaitaire rendement voor overige bezittingen in box 3 anders berekenen. In 2025 is dat rendement 5,88%. Met het voorstel van het kabinet wordt dat 7,78%. De maatregel moet op 1 januari 2026 ingaan.
Uw vermogen en het forfaitaire rendement
Box 3 van de belastingaangifte gaat over het vermogen dat u bezit. Dit bestaat uit spaargeld, overige bezittingen en schulden. Overige bezittingen zijn bijvoorbeeld een 2e huis, obligaties en aandelen.
Op basis van het vermogen wordt voor box 3 jaarlijks wettelijk bepaald hoeveel winst (rendement) mensen met hun bezittingen kunnen halen. Dit rendement is een berekening van wat u gemiddeld zou kunnen verdienen met uw vermogen. Het rendement voor overige bezittingen wordt bepaald uit de winsten die gemiddeld gemaakt kunnen worden. Bijvoorbeeld met:
- rente, winstaandeel, royalty’s en huur;
- koerswinsten en waardeveranderingen.
Aanpassen berekening forfaitair rendement overige bezittingen in box 3
Het kabinet stelt voor om het forfaitaire rendement voor overige bezittingen in box 3 iets anders te berekenen. Het kabinet kijkt nu in de berekening naar de ontwikkeling van de huizenprijzen. In het voorstel kijkt het kabinet ook naar de huurinkomsten. Of naar het voordeel van eigen gebruik van bijvoorbeeld een 2e huis.
Met de nieuwe berekening stijgt het forfaitaire rendement voor overige bezittingen per 2026 van 5,88% naar 7,78%. Dat betekent dat u meer belasting gaat betalen over de inkomsten uit uw vermogen. Kunt u aantonen dat uw werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement van 7,78%? Dan betaalt u belasting over het werkelijke rendement.
3. Belastingvoordeel voor groen beleggen vervalt per 2028
Het kabinet stelt voor om de afschaffing van het belastingvoordeel voor groen beleggen met een jaar uit te stellen tot 1 januari 2028. Voor 2027 stelt het kabinet voor om de vrijstelling voor groene beleggingen verder af te bouwen. Dat betekent dat mensen met groene beleggingen in 2027 nog recht hebben op een klein belastingvoordeel.
Afbouw belastingvoordeel voor groen beleggen in 2025
Het belastingvoordeel voor groen beleggen is in 2025 kleiner geworden. Zo is de vrijstelling voor groen beleggen in box 3 verlaagd. In 2025 mag u tot een bedrag van € 26.312 belastingvrij groen sparen of beleggen. Heeft u een fiscaal partner? Dan is dat maximaal € 52.624. In 2026 is de vrijstelling voor groen beleggen € 26.715, voor fiscaal partners € 53.430.
Ook de heffingskorting voor groene beleggingen is verlaagd. In 2024 was die korting 0,7% van het belastingvrije bedrag, in 2025 en 2026 nog 0,1%.
Voorstel kabinet: belastingvoordeel voor groen beleggen vervalt per 2028
Per 1 januari 2027 zouden de vrijstelling en de heffingskorting voor groene beleggingen vervallen. Het kabinet wil deze einddatum van 1 januari 2027 wijzigen in 1 januari 2028. Het lukt de Belastingdienst namelijk niet om deze veranderingen per 1 januari 2027 door te voeren.
Voor 2027 stelt het kabinet voor om de vrijstelling voor groene beleggingen in box 3 te verlagen naar € 200. Met een fiscaal partner is dit bedrag € 400. De heffingskorting voor groene beleggingen blijft in 2027 0,1% van het belastingvrije bedrag.