Overgang pensioenstelsel verlengd

8-12-2025 Per 1 januari 2028 moeten alle pensioenregelingen zijn overgestapt op het nieuwe pensioenstelsel. De Eerste Kamer heeft vandaag ingestemd met het wetsvoorstel dat deze overgang regelt.

De oorspronkelijke deadline stond op 1 januari 2027. Al op 1 januari aanstaande stappen ruim 9,5 miljoen pensioenen over naar het nieuwe systeem. Daarmee bevindt meer dan de helft van alle deelnemers zich in 2026 al in het vernieuwde stelsel.

Wet verlenging transitieperiode

In de Wet toekomst pensioenen was vastgelegd dat pensioenfondsen tot 1 januari 2027 de tijd kregen om over te gaan. Tijdens de behandeling van die wet werd aan de Eerste Kamer al toegezegd dat deze datum zou worden aangepast. Met de Wet Verlenging transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel wordt de datum uit de pensioenwet gehaald en voortaan geregeld via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Gelijktijdig brengt het kabinet een AMvB uit waarin de overgangstermijn wordt verlengd tot 1 januari 2028.

Wat verandert er in het nieuwe stelsel?

In het vernieuwde stelsel blijft het principe van gezamenlijke pensioenopbouw en het delen van financiële risico’s behouden. Het blijft dus een collectief en solidair systeem. Werkgevers en werknemers betalen premies, die door pensioenuitvoerders worden belegd om deze premies te laten groeien. In de afgelopen decennia stegen de meeste pensioenen nauwelijks. In het nieuwe stelsel worden kleinere buffers aangehouden, waardoor een groter deel van de ingelegde premie én het behaalde rendement daadwerkelijk kan worden gebruikt voor de pensioenuitkeringen. Bovendien kunnen buffers gerichter worden ingezet.

De nieuwe pensioenwet zorgt er ook voor dat deelnemers een duidelijker en persoonlijker beeld krijgen van hun opgebouwde pensioen. Het uiteindelijke pensioenbedrag is rechtstreeks gekoppeld aan alle premies die voor de deelnemer zijn ingelegd, plus het rendement dat daarop is behaald. In het oude systeem werd het grootste deel van het pensioen pas aan het einde van de loopbaan opgebouwd en vond er herverdeling plaats van jongere naar oudere deelnemers. Daardoor hadden baanwisselingen of werkloosheid laat in de carrière extra grote gevolgen. Het nieuwe stelsel sluit beter aan bij het moderne arbeidsleven, waarin mensen niet meer hun hele loopbaan bij één werkgever blijven.

Bron: rijksoverheid.nl