UWV waarschuwt voor risico’s bij opzeggen baan tijdens ziekte

5-6-2025 Het UWV slaat alarm over zieke werknemers die in overleg met hun werkgever akkoord gaan met het beëindigen van hun dienstverband, en daardoor onbedoeld zonder uitkering komen te zitten. Uit een interne steekproef blijkt dat dit naar schatting jaarlijks minstens tweeduizend keer voorkomt.

Werkgevers zijn wettelijk verplicht om zieke medewerkers tot twee jaar door te betalen. Toch ziet het UWV een toenemende trend waarbij werknemers tijdens hun ziekte via een vaststellingsovereenkomst uit dienst treden. Hierdoor lopen zij het risico dat zij geen recht hebben op een Ziektewet-uitkering, en dat een eerder toegekende WW-uitkering wordt teruggevorderd.

Mogelijke misbruikconstructies
In een zogeheten knelpuntenbrief aan de politiek pleit het UWV voor maatregelen om dit soort constructies te beperken. De huidige praktijk stelt werkgevers in staat om via een vaststellingsovereenkomst hun loondoorbetalingsplicht, re-integratieverantwoordelijkheid en premieafdracht te omzeilen, zonder zelf negatieve gevolgen te ondervinden.

Het probleem ontstaat wanneer een zieke werknemer zijn of haar dienstverband beëindigt. Bij een nieuwe ziekmelding tijdens de WW-periode kan blijken dat de werknemer al ziek was vóór het einde van het dienstverband. In dat geval wordt de WW-uitkering teruggevorderd en is er geen recht op een Ziektewet-uitkering, omdat de werknemer officieel bij de werkgever had moeten blijven.

Gebrek aan bewustzijn
Veel werknemers zijn zich volgens het UWV niet bewust van de financiële risico’s van zo’n regeling. Dit komt regelmatig door gebrekkige of onjuiste informatie van werkgevers, bedrijfsartsen of juridisch adviseurs. In sommige gevallen zou er zelfs sprake zijn van druk vanuit de werkgever om uit dienst te treden.