Weer echte customer intimacy door privacy wetgeving

Organisaties zijn de laatste jaren steeds slagvaardiger geworden in het opslaan en gebruiken van data, ook van klanten en prospects. Het ophalen van meer persoonlijke gegevens konden zorgen voor een scherp beeld van de klant waardoor de verbinding met deze klant en het aanbod van de organisatie geoptimaliseerd werd. Het credo ‘weten wat de klant wil’ als leidraad voor het business model, was de drijfveer voor veel organisaties om met veel data en slimme algoritmes zoveel mogelijk te weten en te voorspellen over de klant. Deze vormen van customer intimacy als concurrentie strategie werd door informatie technologie steeds beter mogelijk gemaakt.

AVG-wetgeving

Maar vanaf 25 mei gelden aangescherpte privacy wetten (AVG). Het opslaan van (persoonlijke) gegevens van klanten wordt aan strengere regels gebonden. Hoe kun je dan de customer intimacy strategie nog volhouden? Als je veel gegevens gewoonweg niet meer mag opslaan, kunnen zelfs algoritmes niet meer helpen.

Een antwoord is even logisch als eenvoudig: authenticiteit. Mensen in organisaties die hun klanten serieus nemen en een ‘intieme’ band willen blijven opbouwen, zullen veel gegevens weer ouderwets moeten onthouden. Leefstijl, verjaardagen, gezinssamenstelling en meer van dat soort interessante gegevens van klanten helpen bij het zo goed mogelijk bedienen van deze klanten.

Echte interesse

Als gegevens niet meer door een bedrijf zomaar opgeslagen mogen worden, dan komt het aan op echte interesse. Net als vroeger, als de melkboer wist dat je een weekend bezoek had, hij al een extra pak melk voor je klaarzette.

De nieuwe, aangescherpte privacywetten maken het dus mogelijk om de customer intimacy strategie van organisaties in zijn meest pure vorm mogelijk te maken. Het gaat immers weer om echte interesse in je klant. Echte customer intimacy dus.