Het voorstel Wet behoud verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport was al eerder goedgekeurd. Daarnaast heeft de Kamer de volgende amendementen aangenomen.

De geplande afschaffing per 1 januari 2026 van de korting op de bijtelling voor privégebruik van zakelijke elektrische auto’s (EV’s) gaat niet door. In aangepaste vorm blijft de regeling nog twee jaar bestaan. De bijtelling wordt in 2026 vastgesteld op 18% voor de eerste € 30.000, stijgt in 2027 naar 20% en komt pas vanaf 2028 op 22%. Voor EV’s die in 2026 worden aangeschaft, geldt het tarief van 18% gedurende 60 maanden. Daarnaast wordt de youngtimerregeling stapsgewijs versoberd: de minimumleeftijd gaat in 2026 omhoog van 15 naar 16 jaar, en stijgt vervolgens in 2027 verder naar 25 jaar.

De eerder voorgestelde verhoging van het forfait voor overige box-3-bezittingen met 1,78% en de verlaging van het heffingsvrij vermogen worden geschrapt. De benodigde dekking wordt gevonden door de afbouw van de Wet Hillen iets sneller te laten verlopen: deze eindigt nu niet in 2048 maar in 2041. Het forfait voor overige bezittingen wordt voor 2026 vastgesteld op 6% in plaats van 7,78%, en het heffingsvrij vermogen komt in datzelfde jaar uit op € 59.357.

Om een fiscale ontwijkingsmogelijkheid te voorkomen, mogen de energie-investeringsaftrek (EIA) en milieu-investeringsaftrek (MIA) niet meer leiden tot een negatief resultaat uit onderneming in box 1 van de inkomstenbelasting.

De invoering van de multipliermaatregel binnen de lucratiefbelangregeling wordt uitgesteld tot 1 januari 2028.

Voor de jaren 2026 en 2027 wordt de Aof-premie via ministeriële regeling verhoogd met 0,02%.

In 2026 wordt de brandstofaccijnskorting met € 448 miljoen verminderd. Van de oorspronkelijke korting van € 1.716 miljoen blijft daardoor een korting van € 1.268 miljoen over. De verlaging wordt evenredig verdeeld over benzine, diesel en LPG.

De WBSO-schijfgrens wordt in 2026 eenmalig verhoogd met de tabelcorrectiefactor van 2,9%, waardoor deze uitkomt op € 391.020.

Het overgangsrecht voor het fonds voor gemene rekening (FGR) wordt verruimd: het geldt niet alleen voor fondsen die op 31 december 2024 al bestonden, maar ook voor fondsen die op of na 1 januari 2025 zijn opgericht.

Tot slot wordt per 1 januari 2030 een apart tarief in de vliegbelasting ingevoerd voor privévliegtuigen.

Bron: taxlive.nl